De Walsberg

De Walsberg voorheen Wasberg.
De Walsberg is een wijk in de Nederlandse gemeente Deurne. Walsberg, in het verleden geschreven als Wasberg was een eenvoudig gehucht gelegen op een dekzandrug aan de noordzijde van de Bakelse Aa of Vlier, grenzend aan de gronden van het Groot Kasteel en Klein Kasteel. De oudste schriftelijke vermelding stamt uit 1340. Vanaf 1803, als de naam op de Tranchotkaart als Walsberg wordt geschreven, verschijnt voor het eerst een letter -l- in de naam. Het zou echter tot ver in de twintigste eeuw duren voordat de spelling met de -l- officieel zou worden. Oudere inwoners spreken ook nu nog van de Wasberg. Behalve de dekzandrug met bewoning bestond de buurtschap voornamelijk uit natte heidevelden en een enkele verstuivingsgevoelige rug. Op die verstoven dekzandrug werd in de zeventiende eeuw door de heer van Deurne, destijds Rogier van Leefdael, een konijnenwarande aangelegd om op klein wild te kunnen jagen. De straat Warande grenst aan dat voormalige jachtterrein.
De Walsbergseweg is zelfs ooit een militair vliegveld rijk geweest. Direct na de oorlog werd er een primitief vliegveldje aangelegd op de hoek met de Voortseweg. Tot begin 1890 liep de weg hier dood op de hei en in het moeras, waarvan de ontginning toen nog grotendeels moest beginnen. Driek Smits en later Ties Claassen waren de pioniers op de ontginningsboerderijen van het buitengebied van de Walsbergseweg.
De Middelberken
De Middelberken was oorspronkelijk de naam van een groot ven dat in de loop van de 19e eeuw werd drooggelegd en ontgonnen. Bij de invoering van het kadaster in 1832 was het ven, toen nog eigendom van de gemeente Deurne en Liessel, nog aanwezig en had een oppervlakte van ruim tien hectare. Het lag tussen de huidige straten Middelberken en de Kouterdreef en sloot aan op een meer westelijk gelegen ander ven genaamd Het Spekrijt.
Familie Kuijpers
Het verhaal van mijn vader Christ Kuijpers, als jonge vent ging hij elke dag melken. Hij woonde in de Walsbergseweg nummer 19, en moest naar de Kaweiseweg/Bakelseweg daar was een groot weiland wat lag tussen andere weilanden van Driek Smits en Ties Claassen. ( dit waren de eerste ontginners). Met zijn transportfiets moest hij over een smal fietspad dat toen nog achter de bomen door liep, zeg maar tussen de bomen en de sloot. Langs de Walsbergseweg wat toen nog niet meer was dan een karre spoor. Een transportfiets was zwart met een breed stuur. Voorop zat een stalen rek. De dubbele stang was voor de stevigheid. Zo kon een paar honderd kilo vervoerd worden, al was daar stuurmanskunst voor nodig!
Mijn vader denkt er nog vaak aan terug met een lach en een traan. Hoe hij fietste met 2 melkbussen van elk 30 liter en een zij (zeef) voorop, zelfs in het hoogseizoen een extra melkbusje van 20 liter. Zo ging hij elke morgen en elke avond 7 dagen in de week melken in de toen nog ruige weilanden. Hij zat dan op een melk krukje onder de koeien. Het klinkt heel idyllisch, maar het moest gebeuren weer of geen weer, zin of geen zin. Zodra hij met het melken klaar was ging hij weer huiswaarts met zijn (volle melk) lading. Bij elke boerderij die hij passeerde kwam de geur van gebakken spek hem tegemoet.
Als hij was thuis gekomen moest hij de melk meteen in de koelbak doen om af te koelen. Gelukkig kon hij daarna ook zelf aan schuiven voor een stevig en hartig ontbijt met eieren en eigen gerookte spek. Tijd om de krant te lezen was er niet. De kippen en zeugen met biggen wachten inmiddels ook op hun voerbeurt en verzorging. 70 jaar geleden waren 10 koeien 30 zeugen en de nodige kippen een behoorlijke boerderij. Het viel niet mee toen als boer!

Christ Kuijpers

Christ Kuijpers